Soepstengels
Strooi 1 tl zout in een kom. Zeef de bloem boven. Maak een kuiltje en doe er de gist in. Voeg de boter en 150 ml handwarm water toe en kneed tot een soepel deeg. Voeg 1-2 el extra bloem toe als het deeg plakt.
Vorm een bal van het deeg en laat dit onder een schone theedoek 45 minuten rijzen op kamertemperatuur.
Verdeel het deeg in ongeveer 20 stukjes. Rol elk stukje deeg uit tot een stengel van 28-30 cm lang. Leg de soepstengels op de bakplaat en laat ze afgedekt nogmaals 15 min. rijzen.
Verwarm de oven voor de 220 graden. Bestrijk de soepstengels dun met ei en bak ze in 15-20 min. goudbruin en gaar. Laat de soepstengels op een ovenrooster afkoelen.
Verschillende smaken:-
Pesto: kneed 2 el groene of rode pesto en 75 gram gehakte olijven door het deeg.
-
Kaas: bestrooi de met ei bestreken soepstengels met geraspte kaas.
-
Noten: kneed 3-4 el zaden en/of pitten door het deeg, bijvoorbeeld pompoenpitten, pijnboompitten, walnoten, hazelnoten, pistachenoten of amandelschaafsel.
-
Tomaat: kneed 2 el tomatenpuree en 75 gram zongedroogde tomaten (op olie) in stukjes door het deeg.
-
Kruiden: kneed 1,5 el gedroogde kruiden (bijvoorbeeld oregano, rozemarijn of munt) en/of 3 tl specerijen (bijvoorbeeld komijn, kerrie of paprikapoeder) door het deeg.