Mix de bloem, het zout en 1 el suiker door elkaar. Voeg de 130 gram boter toe en mix tot er een aantal kleine klontjes boter over zijn. Voeg 30 ml ijswater toe en kneed dit tot een kruimelig deeg. Voeg zo nodig meer water toe.
Verdeel het deeg in 2 stukken en pak ze losjes in in plastic folie. Rol beide stukken deeg uit tot lappen van 2 cm dik. Leg ze minimaal een uur in de koelkast.
Rol 1 van de deeglappen op een met bloem bestoven aanrecht uit tot een ronde lap van 33 cm doorsnee. Leg deze in een ingevette springvorm van 22 cm doorsnee. Druk zachtjes aan zodat het deeg de springvorm bekleed. Het deeg mag maximaal 2,5 cm over de rand hangen.
Giet de kersen en het sap in een sauspan en verwarm ze voor een paar minuten. Mix ondertussen 200 gram suiker en de maizena door elkaar. Voeg dit bij de kersen en voeg het amandelextract toe. Mix dit goed door elkaar en voeg naar smaak nog meer suiker toe. Zet het dan weer op het vuur. Als het geheel is ingedikt van het vuur halen laten afkoelen.
Verwarm de oven voor op 190 graden.
Rol de andere lap deeg uit tot een doorsnee van 22 cm. Schep het kersenmengsel in de springvorm. Maak de deegrand vochtig met wat water en plaats hier de andere deeglap overheen. Maak een snee in het midden van de lap zodat de stoom eruit kan tijdens het bakken. Strooi hier 1 el suiker overheen.
Bak de kersentaart in het midden van de voorverwarmde oven in ongeveer 60 minuten gaar.